16 september
ELIANE SCHRIJFT…
Avontuur? Liever niet.

Daar gaat mijn hart niet sneller van kloppen. Terwijl mijn man als jongen ging backpacken, wildkamperen en olifanten opjagen stond ik vijf jaar lang elke zomer op dezelfde camping, niet te ver weg en het liefst in dezelfde stacaravan, met elke zomer dezelfde mensen om ons heen. Wildkamperen, backpacken in ondoordringbare wouden met wilde dieren rond je tentje – dat was iets voor sportieve heldinnen die er na een week zonder douche, scheergel, make up en dezelfde korte broek nog stralend uitzien. Uitdagingen en avonturen komen nog steeds niet voor in mijn dromen.

Toen mijn geloof opbloeide, en de wens om in Gods Koninkrijk te gaan werken groeide was dat ook mijn visie op zending: niks voor mij! Dat is iets voor christenmeisjes met een groot geloof en rotsvast vertrouwen, die er na een week zonder douche, scheergel, make up en dezelfde korte broek nog stralend uitzien. Mijn man, die ene die olifanten opjaagt, verlangde er naar om per motor het evangelie te verspreiden in alle Afrikaanse landen. Ik hoopte dat die droom nog even uitgesteld werd zodat God de tijd had om mij te veranderen. Dus ik was opgelucht toen we voor Gods Koninkrijk gingen werken in een Zeeuws dorpskerkje (ik weet nu dat die ook vol uitdagingen zitten, maar dat terzijde). Maar de verandering is uitgebleven. Helaas. Want dat lijkt mij juist superhandig voor het avontuur dat voor ons ligt: missionair werk in Rotterdam-Beverwaard.

Mijn backpack-avontuur kwam trouwens, het het zal je niet verbazen dat dat samenviel met mijn relatie met Ruard. Met een groep gingen we vier dagen backpacken in de Magoebaskloof in Zuid-Afrika. Mijn grootste vraag was: houd ik het vol? Blijf ik gemotiveerd? Of loop ik uiteindelijk achteraan te piepen over de pijntjes in mijn voeten en zij?

Met die vragen ga ik ook naar Beverwaard: houd ik het vol? Blijf ik gemotiveerd? Of nemen de angsten, pijntjes, of onzekerheden de overhand? Is er een makkelijk antwoord op deze vragen? Nee. Want het backpack-avontuur hield ik niet vol. Na twee dagen werd ik ziek van een tekenbijt en regelde een groepslid een lift vooruit naar het eindpunt, terwijl de rest de tocht wel volbracht. Balen, maar ik was dankbaar dat ik daar niet alleen liep. En dat is mijn gebed voor het avontuur in Beverwaard: ‘oké God, U had kansen genoeg om ons vertrek uit Zeeland tegen te houden. Als U ons daar wilt hebben wil ik wel, maar alleen als U meegaat.’ Stiekem voeg ik daar in mijn hoofd aan toe: ‘en als U ook al het werk doet.’ Maar ik spreek het niet uit, want mijn verlangen blijft dat ook ik gebruikt wordt voor Zijn werk. Nu eerst nog de douche- en scheergel en make-up terugvinden in één van de verhuisdozen…